Algemeen: de 3 concepten

De rol van de bibliotheek in de nieuwe samenleving – gebruik van de 3 concepten

Picture
Leefden we eerst in “samenleving 1.0” (het zogenaamde mechanistische wereldbeeld), nu gaan we over naar “samenleven 3.0” (postmodern wereldbeeld) (Van Driel, 2011). Deze verandering in de samenleving lijkt structureel: zo worden werkverhoudingen en uitwisselingen van kennis en informatie hierdoor beïnvloed. Dit laatste is de hoofdtaak van de bibliotheken en de bibliotheek is
hiermee genoodzaakt zichzelf te herzien.

De ontwikkelingen op het internet spelen een sleutelrol in een groot aantal veranderingen, onder andere omdat informatie ruimschoots beschikbaar en heel toegankelijk is geworden én iedereen zelf informatie kan toevoegen. De digitalisering in het samenleven 3.0 biedt een nieuwe manier van denken over zaken. Nieuwe media bieden oplossingen op problemen die eerst niet opgelost konden worden. Belangrijk hierbij is het delen van kennis, het informeel leren en het differentiëren tussen individuen onderling. Men gaat niet meer uit van één autoritaire instantie die alle kennis en vaardigheden in pacht heeft en het alleenrecht erop bezit om deze te verspreiden onder derden.

Voor de openbare bibliotheken, van oudsher belast met de taak informatie toegankelijk te maken voor het publiek, heeft dit consequenties. De toegankelijkheid van informatie hangt niet meer af van de grootte van de collectie boeken in de boekenkast, maar van mediawijsheid. Dit betekent dat de bibliotheek haar vertrouwde uitstraling kwijtraakt, maar tegelijkertijd een ontzettend belangrijke taak kan vervullen in de postmoderne wereld op het gebied van mediawijsheid en de omgang met kennis en informatie.

Om te blijven functioneren als belangrijke speler in de maatschappij dient de bibliotheek vooral in te zetten op postmoderne zaken als kennis delen (in plaats van kennisoverdracht), informeel leren (in plaats van formeel leren) en differentiëren (in plaats van massadenken). Daarom hebben deze drie begrippen, samen met de begrippen netwerken en mediawijsheid, een centrale plaats op deze website.

Samenhang

Picture
De drie concepten kennis delen, informeel leren en differentiëren hangen nauw met elkaar samen. Niet alleen horen zij bij de nieuwe en dynamische manier van samenleven 3.0, ze maken deel uit van hoe er momenteel geleerd wordt, omgegaan wordt met anderen en gedacht wordt. We leven in een wereld waarin kennisdelen (bijvoorbeeld Wikipedia) en differentiëren (bijvoorbeeld tagging, personal advertisement) een grote rol speelt. Hiërarchische relatie-structuren worden vervangen door netwerken. Kinderen en jongeren van vandaag de dag zijn opgegroeid in een postmoderne wereld en leren informeel. Ook steeds meer bedrijven en instellingen zijn zich bewust van deze drie begrippen en
zetten ze doelbewust in. Toch is een onderscheid tussen de drie begrippen niet altijd gemakkelijk te maken.

Kennis delen heeft te maken met de eigen capaciteiten gebruiken en inzetten daar waar het het meest bruikbaar is. Mensen leren van elkaar, vullen elkaars kennis aan. Informeel leren gaat om leren dat niet institutioneel is, maar onbewust, vaak zonder doel en evaluatie. Differentiëren betekent uitgaan van de verschillen tussen individuen en daar op inspelen, zodat mensen niet als groep gedefinieerd worden. Dat deze begrippen samenhangen blijkt uit het volgende scenario.

Men kan informatie over individuele behoeften en wensen verzamelen om hier vervolgens op in te spelen. Dit kan men formeel aanpakken door onderzoek te doen en vragen te stellen of informeel door gezellig een praatje met anderen te maken of een website te beheren waarop mensen trefwoorden aan producten of diensten kunnen geven. Door elkaar informatie toe te spelen over elkaars identiteit en meningen over producten en diensten ontstaat een netwerk waarin kennis gedeeld wordt, formeel en informeel. Kennis delen hoeft dus niet bewust te geschieden, maar kan ook gebeuren tijdens een gezellig dagje uit. Informeel leren op haar beurt kan kennis delen zijn, maar dat hoeft niet. Een enkele persoon kan iets leren van een ander, zonder daarvoor kennis terug te geven. Dat men via informeel leren kennis aan het delen is, wordt ook vaak niet ingezien, dat is juist een kenmerk van informeel leren. Zo zie je
maar: de begrippen hangen met elkaar samen en zijn soms lastig uit elkaar te halen.

Netwerken en mediawijsheid

Picture
Naast het bovenstaande besef van een verschuiving van samenleving 1.0 naar samenleven 3.0 en bijbehorende begrippen van kennis delen, informeel leren en differentiëren zijn de termen netwerken en mediawijsheid van groot belang voor bibliotheken om op in te zetten als zij mee willen veranderen met de maatschappij. Om beter kennis te krijgen van het begrip mediawijsheid zijn er twee bronnen gebruikt, te weten de kabinetsvisie van 18 april 2008 over Mediawijsheid van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en een advies van de Raad voor Cultuur over Mediawijsheid uit juli 2005.

Volgens het ministerie van OCW (2008) spelen mediain elk mensenleven een grote rol. Het medialandschap is met de komst van internet en mobiele telefonie sterk veranderd en dat heeft gevolgen voor hoe jeugd met de media omgaat en de invloed van deze media in het gezin. Al heel jong gaan kinderen en jongeren met allerlei verschillende media intensief om. Men leert van media en er ontstaan subculturen door. Ouders en opvoeders kunnen niet altijd meekomen. Het kabinet voelt zich zeer betrokken bij het onderwerp media en mediawijsheid en stelt daarom het volgende (2008, p. 5):

“Het kabinet wil er aan bijdragen dat kinderen en
jongeren opgroeien tot mediawijze volwassenen,
dat ouders daar een goede rol bij kunnen spelen
en dat media rekening houden met hun belangen
en behoeften. Media hebben immers positieve en
negatieve effecten op burgers.”

Het kabinet wil veilig en verantwoord mediagebruik bevorderen door alle burgers toe te rusten om de kansen van media volop te benutten en tevens goed te kunnen omgaan met de mogelijke gevaren van media. Verder wil het kabinet een veilig media-aanbod vooruit helpen door een beter functionerend zelfregulering- en klachtensysteem te ontwikkelen.

Media hebben allerlei positieve kanten. Ze geven informatie, zijn een podium voor debat, dragen bij aan culturele vorming, geven vorm aan sociale cohesie en culturele identiteit en bieden ontspanning. Deze positieve zaken moeten volgens het ministerie van OCW
(2008) onderstreept worden door de overheid en tevens door bibliotheken. De Raad voor Cultuur heeft in 2005 al een beroep gedaan op de overheid om het begrip media-educatie te veranderen in het bredere mediawijsheid. Dit is gedaan, omdat er allerlei maatschappelijke en culturele veranderingen plaatsvonden en maatschappij en cultuur steeds meer gemedialiseerd raakten. Media
hebben steeds meer invloed in de maatschappij. Hierdoor verandert ook de burger. De burger is meer verantwoordelijk voor zichzelf en voor zijn rol in de samenleving. De overheid verlangt dat ook van burgers, zo stelt de Raad.

De Raad voor Cultuur (2005) stelt dat als burgersoptimaal mee willen doen aan de nieuwe maatschappij zij mediawijs moeten worden. Zij die niet over voldoende mediacompetenties beschikken, raken sneller maatschappelijk buitengesloten en dat moet voorkomen worden. Men moet mediawijs zijn om te kunnen participeren in het maatschappelijk proces. Burgers moeten zich bewust
worden en zijn van de wijze waarop zij media gebruiken en het effect van dat gebruik op anderen en henzelf. De Raad schrijft in haar rapport (2005) dat bibliotheken hierin een zeer belangrijke rol kunnen spelen, vanwege hun toegankelijkheid en bereik. Wel moeten zij hun rol aanscherpen en gedeeltelijk anders invullen.

Naast de term mediawijsheid is ook de term netwerken van steeds groter belang in de nieuwe samenleving. Door de nieuwe media zijn burgers zich steeds meer gaan bewegen in netwerken waarin contacten bestaan, maar enkel daar worden aangesproken waar nodig. Men is minder vast in zijn contacten en ziet steeds vaker mogelijkheden om buiten het eigen netwerk te kijken. Hierbij is het van belang om netwerken aan te kunnen spreken van vrienden en familie. Echter, een algemeen netwerk met daarin een gehele gemeenschap met vooral betrouwbare partners wordt maar al te vaak gemist. Hier lijkt een rol weggelegd voor bibliotheken die al erg
lang een functie vervullen van soort buurthuis. Helaas is die functie de laatste tijd wat afgezwakt, maar in het samenleven 3.0 lijkt die functie belangrijker dan ooit. Bibliotheken kunnen een rol van ‘spin in het web’ op zich nemen waarbij zij het middelpunt vormen van allerlei netwerken voor de gehele gemeenschap. In De Bibliotheek Anders Bekeken 2 stelt Bruinzeels (2007, p 8):

De bibliotheek zal zich moeten ontwikkelen
tot dé professionele organisatie die het
bibliotheekwerk in de samenleving katalyseert,
netwerken van mensen organiseert en
bewustwordingsprocessen stimuleert. ICT biedt
hiervoor een belangrijk instrumentarium. De
nieuwe vraag aan de bibliotheek is: of en hoe
zij – in intensieve samenwerking met anderen
– in staat is om zich te ontwikkelen als de
katalysator bij uitstek van een netwerk van
bibliotheekwerk in onze samenleving.

Onder de term bibliotheekwerk verstaat Bruinzeels al het ordenen en openbaar maken van informatie: met de hedendaagse software is iedere burger in staat zijn collectie boeken, muziek, films etc. te delen met anderen.

Bij de nieuwe rol die bibliotheken wordt gegeven door diverse instanties en door ons, zijn de termen informeel leren, kennis delen en differentiëren plus de begrippen mediawijsheid en netwerken van groot belang omdat deze sleutels zijn tot functioneel inspelen op de nieuwe maatschappij. Bibliotheken moeten meer kennis gaan delen, meer gaan samenwerken (netwerken) en meer
vraaggestuurd werken om die nieuwe belangrijke rol van ‘betrouwbare, waardetoevoegende informatieve netwerkpartner’ te kunnen vervullen. 

Literatuurlijst

  • Bruijnzeels, R. (2007). De bibliotheek anders bekeken 2. Over de nieuwe vragen van de samenleving aan de openbare bibliotheek. Geraadpleegd op 10 mei 2011 via www.debibliotheekandersbekeken.nl
  • Driel, van, H. (2011). Colleges Mediawijsheid. Gehoord in de maanden januari, februari, maart en april 2011 op de Universiteit van Tilburg te Tilburg
  • Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (mei 2008). Mediawijsheid, Kabinetsvisie 18 april 2008. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
  • Raad voor Cultuur. (juli 2005). Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Den Haag: Raad voor cultuur.

Bronnen van afbeeldingen